zondag 21 september 2014

Kadrering. De jungle van de wet. Wat kunnen we leren. Taalgebruik. Big Data en distributie. Netwerken en regels. @demorgen

Tenenkrullend.  Dit, in mijn weekend-gazet.



(beter leesbaar op: http://www.demorgen.be/dm/nl/996/Economie/article/detail/2056797/2014/09/20/Bedrijven-als-Uber-en-Airbnb-overwoekeren-alle-duurzame-bedoelingen.dhtml)

Maar ook mooi gezegd, dat moet ik meteen toegeven: de man heeft een pen en een scherpe bondigheid die ik nooit kan evenaren, dus op dat punt geef ik best vooraf al gewonnen.  Gelukkig is er enige overmoed in het spel: de journalist die zich ietwat onvoorbereid in het domein van de techniek begeeft, daar heb ik vast een streepje voor. En oja, ik ben ook hoogdravend op dit soort momenten, dat is me al meermaals verteld. Het is de aard, en een beetje sorry, maar anderzijds: Dit is dan ook mijn blog, en niet uw krant :)

Maar goed: Wie voortleest zal dus zelf moeite moeten doen om zich een weg te vinden in mijn veelheid van opmerkingen en chaotische gedachten op dit, euh (goed geprobeerd) "essay"

Trouwens ook ere wie ere toekomt: DeFlik zat er met één - twee tweets wél boets op! (ik heb wat meer lettertjes nodig om het therapeutisch van me af te schrijven.)

Kadrering. 

Ik heb het ook maar van horen zeggen. Maar er schijnt iets te bestaan als "framing".

De weeromstuit van de redenering achter framing vertelt me dat het concept zelf me net blind maakt voor die elementen die me zouden kunnen overtuigen om mijn eigen positie te verlaten - al ben ik persoonlijk dol op het heerlijk neurale knetteren van wegbrandende cognitieve dissonanties bij mezelf.  In alle geval moeten we rekening houden met feit dat alleen ik dit vind ...

Maar volgens mij valt het objectief na te tellen in de verhouding der gebruikte inktatomen: de bladspiegel, tekening, uitgelichte quotes, .... versus die paar kleine lettertjes tussenin die al zouden neigen naar zelfkritiek of nuance...  verdrinkend in de overlopende emmer van vooringenomen conclusie en stemmingmakerij.

Goed gedaan vanuit communicatie-standpunt, maar niet met mij. 
Maar getroost: Ik ga het alvast niet natellen - ik ben vooringenomen.

De jungle van de wet. 

Laten we de boel eens omdraaien: Die "catchy (framed) title" klinkt dan plots als "De jungle van de wet."  Misschien moet de wetgever ook wel durven de hand in eigen boezem steken?   

Ondanks het raamwerk van regel op regel om regel op regel in stand te houden blijken we nog steeds in een wereld te leven waar een (sterke laatste kolom trouwens, balancerend op het vlaams-katholieke schuldgevoel) "Moreel dilemma" bestaat.  Waar er mensen aan de zelfkant van de maatschappij leven, bij ons en elders, en daarbij nauwelijks het gevoel krijgen dat ze gesteund worden door die wetten.

Wetten die, ik geef toe, ook niet altijd nageleefd worden. Dus we moeten het niet altijd op de wetgever steken: die doet ook maar zijn best.

Soms dus alleen vreselijk veel te hard, en soms met een te behouden reflex om vooral te bewijzen dat de vorige wetten en regels goed waren en vooral overeind moeten blijven.  Terwijl in een nieuwe context gewoon moet durven gesteld worden dat het nog beter kan; dat het met de vorige regels meteen beter had gemoeten ook. (Techneutenwijsheid zegt trouwens dat onze juristen beter Kurt Gödel zouden lezen en begrijpen dan Franz Kafka.)

En dan wil ik vooral niet meedoen met het klassieke unizo-voka-blauw-geel ondernemerig oplijsten van de Kafkaiaanse waslijst aan nutteloze regeltjes waar zij mee geconfronteerd worden. Maar ook daar vallen vast morele dillema's af te wegen? 

Wat als de regeltjes het ondernemen niet vermakkelijken én niet de sociale perfecte wereld weten te realizeren? Wat als de regulatie effectief van die aard is dat mensen die het initiatief nemen om zelf uit hun goot te kruipen dat slechts kunnen door selectief die regels te kennen waar ze echt aan moeten voldoen: hard werken aan/voor tevreden klanten?

Wat kunnen we leren. 

Wat dan? Wat mij betreft, dan vooral niet de revolutie van de enige uitwegen die het artikel weet aan te brengen "schaf de oude regels af" en "meteen de belastingen ook maar".

Het zo zwart-wit stellen was allicht het enige waar in het artikel nog plaats en inkt voor was door al het mooie kleur in het centrum?

Zelf ben ik dan teveel mee met de evolutie-gedachte in het maatschappelijk denken en social engineering van Karl Popper. Kunnen we niet gewoon op zoek gaan naar wat er mooi, nuttig en zinvol is? Wat kunnen we leren van hoe - geholpen door de techniek van wat slimme ondernemers - mensen in deze nieuwe deeleconomie toch blijkbaar een weg vinden die hen beter afgaat, nuttiger blijkt, meer doet overhouden, gelukkiger maakt, of toch dat minstens allemaal doet denken?

Vóór iemand me verkeerd begrijpt: ik pleit niet voor minder regels en minder overheid, maar wel voor slimmere regels, en een efficiënter overheid. En wie wat doet (privaat of publiek) maakt mij dan minder uit dan dat het goed gedaan wordt. 

Maar ook: wie het effectief doet, tja, daar valt in mijn idee dan naar te luisteren en te kijken: van die valt wat te leren?

Anders gesteld: ik begrijp ook wel dat er zelden en-en opties zijn, en dat je keuzes moet maken. Maar of je nu toeristen-belasting heft, of eerder kiest om hoge roaming-tarrieven aan te houden (maar dan niet je incumbent operator privatiseert natuurlijk) maakt mij niet uit :) Euh, daar zat een streepje ironie, niet het eerste ben ik bang.

De vraag is dus niet wat doen Uber en AirBnb allemaal verkeerd, de vraag is: wat doen ze verdorie goed, hoe werkt het, hoe spreekt het aan, en ook "Waarom hebben wij dat goddoeme (publiek of privaat) niet zelf gedaan?"

Maar goed, nu we het blijkbaar niet hebben gedaan is het makkelijker om te volharden in de intellectuele luiheid: niet kijken wat je zelf kunt verbeteren, maar wat de anderen fout doen: helemaal goed bezig.

Dan hadden jullie collega's het een tijdje geleden iets beter door?

In het geval van AirBnb kan ik trouwens meteen melden dat wie het kanaal gebruikt om zijn eigen logement aan het internet-publiek bekend te maken er gerust mag in zijn dat hun experts "jouw page" van alle toeters en bellen zal voorzien zodat die hoog scoort: makkelijk terug te vinden is én tot de nodige spontane conversie zal leiden.  Dat ze dat bijvoorbeeld beter doen dan de lokale webbouwer of (hoestje) de lokale toeristische overheid mag er misschien oorzaak in zijn dat zoveel van de reguliere logie-uitbaters ook dat kanaal gebruiken?

Voor wie wat anti-framing kan gebruiken: bij het herlezen van de paragraaf omtrent de "shaduw-hoteliers" kun je alvast vaststellen dat zeker 50% van het AirBnb-aanbod dus uit spelers bestaan die WEL netjes gereglementeerd zijn? Daarmee is je moraal dillema toch alweer een pak minder mag ik hopen?

Taalgebruik.  (interludium - sla maar over)

Om verder te bewijzen dat ik zonder meer voor slimme regels ben: Eén vestigingsregel zou ik evenwel toch zeer graag en dringend willen opgenomen zien: 

Ik stel voor dat wie bigdata nog denkt te moeten aanhalen in artikel of marketingslogan dat enkel nog kan doen bij voorleggen van een certificaat waaruit blijkt dat hij een zookeeper-cluster heeft opgezet, de Paxos paper van Lamport kan uitleggen, en de eerste resultaten van een succesvolle map-reduce zoekopdracht kan voorleggen.  (ik heb helaas al presentaties over het onderwerp mogen meemaken van goedbedoelden die ... ah wat)

Kom, ik doe niet lastig, het CAP-theorema-indachtig ben ik al content met twee van de drie :)

Ik liet me tweetgewijs ooit eens ontvallen "Wat als krantenartikels die niet over mijn domein gaan even slordig gemaakt zouden zijn als deze die dat wel doen..." (maar dan in 140)
Daaraan denkend hadden we met dit werkje de spreekwoordelijke "four seasons in one day" :)

Anderzijds wil ik toch wel mild en pragmatisch zijn in deze: de IT sector heeft zelf al zodanig met de term gegoocheld dat we niet verbaasd mogen zijn dat die met behoorlijk wat scheefgetrokken interpretaties aankomt in het land van het brede publiek.  Daar stoort het nu eenmaal minder de term verkeerd te gebruiken: als het maar een beetje oplijnt met zoals het in de gazet staat.

De hele foute geheimzinnigdoenerij over algoritmes in het artikel vallen me dan lastiger. Maar dat is de wiskundige romanticus in mezelf die opspeelt. Om het bloot te zeggen: een algoritme is alvast geen bigdata-geheim (of was dat bedoeld grappig?). En als het al een geheim zou zijn, dan lijkt het me in het geval van Uber iets dat - we hebben ook universiteiten met slimme mensen - met wat moeite en onderzoek door wat slim combineerwerk van literatuur en geestesverruimende middelen gewoon redelijk snel op te stellen is. Komaan, doe wat moeite zeg.

Het is met die CocaCola-formule trouwens niet zó anders denk ik dan, maar ik wil niet uistluiten dat de mythe errond (dank U media voor de instandhouding) mee het succes helpt maken, en mogelijke concurrenten a priori alle goesting ontneemt, hen sussend in hun veilige intellectuele luiheid.

Big Data en distributie. 

Voor wie na het interludium verderleest: je hebt niets gemist én ik stel je vast gerust: ik ga hier niemand om de oren slaan met wat BigData dan wel is. (Al vind ik natuurlijk wel dat iedereen het zou moeten weten. Zoek het zelf op.)

Maar goed de (gelukkig!) verkeerd-gebruikte term haakt in deze wel écht (toevallig) aan met waar er volgens mij bij de baarlijke duivels van Uber en AirBnb te leren valt. Niet de grootdoenerij omtrent hippe termen, maar de verborgen kracht achter de schermen: distributie, de kracht van het netwerk.

Het artikel viseert de deel-economie en trekt de lijn door naar anti-regel-libertarische lobbies. Als er een rechtstreeks lijn zou zijn, dan zal de hele zonnepanelen-saga (we delen onze geproduceerde energie?) die (dacht ik toch) wel netjes bleef en blijft tussen de regels lopen ongetwijfeld de spreekwoordelijke uitzondering zijn?  (Jammer eigenlijk, wat nieuwe anti-monopolie regels in de energie sector zijn precies ook nog niet uit het populaire debat?)

Wrong target denk ik dus.  Niet de deel-economie, maar grote zus "netwerk-economie" is waar het echt om draait.  Deze "It takes a network to defeat a network" is waar we lessen van moeten trekken.  Uber en AirBnb tonen wat dat betreft nog maar het begin. Meedraaien, niet alleen economisch maar zeker ook sociaal, juridisch (wetgevend, handhavend en straffend) volgens een gedistribueerd en genetwerkt plan, dat is de echt uitdaging als je het mij vraagt.

We zitten nu nog steeds in een maatschappelijk plan (hierarchisch en natie-georienteerd) dat grofweg door Napoleon is uitgetekend.  Als we uit de historiek een les mogen trekken dan moet het niet verbazen als het volgende plan (ik gok op een gedistribueerd un-plan eigenlijk) wordt uitgetekend door een netwerk van niet-naties. Het zouden Google, Facebook, LinkedIn, ... met wat Uber en AirBnb kunnen zijn, ...

Netwerken en regels.

Laissez-faire dan maar en hopen dat alles vanzelf goed komt? Wachten op de zalvingen van Adam Smith's onzichtbare hand?

Ik dacht het niet, want het botst wat met mijn aanval op eenieders intellectuele luiheid zeker?

Geloof me, ik kan best ook bang zijn van "wat als" - er zitten best wat gevaren hier en daar, waar we (ook geschiedenis!) niet altijd nu al volledig zicht op hebben.

Om maar eentje te noemen: ik ben als de dood van de nakende onmondigheid van onze media: die publiceert nog steeds (datadriven!) goed bekkende en titel-vullende cijfers zonder de Bayesiaanse reflex, dus over datajournalism gaan we nog niet beginnen dromen. Maar straks zijn er mogelijks belangrijke en publieke-opinie bepalende claims die enkel nog kunnen genuanceerd, geduid of tegengesproken worden als je evenveel (hersens en) rekenkracht ter beschikking hebt als de opponent die de bewering maakt?  Hebben we dan in Europa (om en nabij het CERN hebben ze straffe dingen gedaan) bijvoorbeeld genoeg in huis daarvoor? Aan machinerie? Die publiek toegankelijk is?  Voor onafhankelijk en bekwaam personeel? En werken ze bij of voor uw krant? Nieuwsredactie van uw keuze?

Dus ja: graag ogen open voor wat er fout loopt, maar dus zeker ook voor wat er beter kan. Dan stelen met de ogen en ook echt beter doen.

En dat grote un-plan voor die licht chaotische maar netjes zichzelf-regelende on-nationale netwerk-maatschappij, dat heb ik echt niet in de kast liggen, dus vraag me niet hoe het moet. De weg ernaartoe lijkt me alvast niet te bestaan uit weigeren kijken naar wie voortoont hoe de deel-voordelen van netwerken kunnen ge-exploiteerd worden.

Ja, het zouden Google, Facebook, LinkedIn, ... met wat Uber en AirBnb kunnen zijn, maar het zou zoveel fijner zijn als we het bewust en met z'n allen doen, goed doen, of toch zeker beter.

Voor wie niet intrinsiek gelooft dat het "wel echt beter kan" was alles hierboven alvast niet bedoeld.

dinsdag 29 april 2014

zwemmen, lezen én programmeren in het basisonderwijs

Coderdojo speelt vals”, toch zeker als je dat met het onderwijs wilt vergelijken:

We streven ernaar om 1 begeleider per 3-5 kinderen aan te bieden, ongetwijfeld een droom-verhouding voor het onderwijs.  En dus oogst men snel reacties: “Dat kun je toch niet vergelijken, laat staan verwachten… “  (... en meteen het hele vat van excuses, mitsen en maren.)

Maar is het onderwijs wel helemaal eerlijk?  Die verhoudingen krijgen ze zelf namelijk ook op de been. Wanneer noodzaak of gevaar duidelijk is, rukt men met een klein leger begeleiders uit naar het zwembad, of bedelt men voldoende leesmoeders samen.
Jaja, dát lukt nog maar net, maar voor ICT hebben we experts te kort!  Tja, er wordt aan gewerkt, maar laat het ondertussen geen excuus zijn.

de meester weet het ook niet, en dat is ok!
De overblijvende denkfout is dat men onze juffen en meesters unaniem de rol van de “Weters dezer Wereld” wil aanpraten.  En ondertussen didactisch talent en kunnen verwart met haar/zijn aantoonbare (encyclopedische) kennis op zo veel mogelijk domeinen.

Is het haalbaar onze verwachting en hun rol om te buigen naar “Gidsende Ontdekkers”? Ongetwijfeld in hogere graden en beroepsopleidingen aangevuld met voldoende “Delende Experts”.

Zoals ik het laatst nog las in dit boeiende “Teaching Sucks, what we need is good Learning” : het gaat allang niet meer om “vis uitdelen”, zelfs niet meer over “leren vissen”, maar over “aanmoedigen en ondersteunen om slim op alternatieve manieren in een steeds wijzigende context het voedselprobleem aan te pakken”   

Een droomboekje voor wie op zoek moet naar de uitdaging én voldoening in die veranderende rol gaat over “De meeuw en de kat(!) die haar leerde vliegen” (helaas enkel in het engels vertaald).  Ongetwijfeld lezen de leesmama, en de extra badmeester graag met je mee.

Het principe zien we ook in actie bij de CoderDojo’s.  Ouders worden heel vaak na een tijdje zelf coach, en kinderen helpen en coachen mekaar.  “Just add water” bijna: de katalisatie van een open sfeer en een slimme begeleidende netwerker die de juiste mensen in contact brengt en hen met aandacht naar elkaar laat luisteren.

dinsdag 15 april 2014

schermtijd (@klasse_be) is geen schermtijd (@coderdojobe)


Ouders zijn terecht bezorgd om de hoeveelheid "schermtijd" van hun kinderen, en zoeken een balans met andere nuttige activiteiten, zoals nu met dat weer: buitenspelen verdorie!



Klasse.be leverde een tijd geleden het schermtijdplan als hulpje.
Ik heb er een inhoudelijk probleem mee.


Geen principieel probleem zoals hier en daar in de commentaren:  Mensen (ouders en kinderen samen) die met zo’n plan vat krijgen op de nuttige tijdsbesteding doen er zeker hun voordeel mee.  Wat me stoort is dat inhoudelijk alle schermtijd op een hoopje wordt gegooid. Helemaal als dat hoopje dan quasi vanzelf in de “niet goed”-zone wordt ondergebracht.


Alle schermtijd bestempelen als “slecht” is ongeveer even zinvol als straatvandalisme goedpraten met het inzicht dat “ze toch aan het buitenspelen waren?”


Inhoudelijk "creatief" (=makend) met digitale media omgaan lijkt me minstens zo nuttig als braaf knutselen, kampje maken, verstoppertje spelen of leren éénwieleren.


Het onderscheid tussen passief en actief scherm-gebruik moet dringend gemaakt, en ouders moeten eerder dáárin actief begeleid of geholpen worden.


Bij CoderDojo begeleiden we kinderen als producenten van digitaal gerief, geen consumenten, en dat is een wereld van verschil.  Bij elke sessie houden we op het eind een klein toonmoment, hét moment waarop de trotse ouder zichzelf het verschil aanleert.  

Kom gerust ook eens af.

zondag 6 april 2014

Computational Thinking - Probeer dat nu eens uit te leggen. (@CoderDojoBe)

Vandaag op onze lokale CoderDojo geconfronteerd geweest met een verbluffend staaltje “computational thinking”.  Dé slecht begrepen term die (nu zelfs tot in de media) als kernbegrip wordt gebruikt in de argumentatie om “leren programmeren onderdeel te maken van het basisonderwijs”.


Verbluffend omdat dit vlotjes uit de mouw van een tienjarige kwam gerold, terwijl ik vrees dat het heersende beeld omtrent “informatica in het onderwijs” nauwelijks garandeert dat 50% van onze bachelors ICT dit niveau van elegantie halen (in 3 uur)

(oja en tot hier zo ongeveer, trouwens)

Op één van onze uitdaging-kaartjes staat eenvoudigweg “bouw het spelletje blad-steen-schaar”

Dé uitdaging, zo ontdekt men meestal maar tegen het eind, is om op een automatische manier de score te gaan bepalen.

Als je zover geraakt bent, dan ram je met enige moeite “de alle gevallen”  beslissing in elkaar:

A speelt
B speelt
Wie Wint?
Blad
Blad
Niemand
Blad
Steen
A
Blad
Schaar
B
Steen
Blad
B
Steen
Steen
Niemand
Steen
Schaar
A
Schaar
Blad
A
Schaar
Steen
B
Schaar
Schaar
Niemand

Om voor elk spelletje door deze hele tabel te lopen wordt dat snel “een gedoe”.
Temeer daar er eigenlijk maar drie mogelijke uitkomsten zijn, en geen negen!

Blad wint van steen wint van schaar wint van blad wint van…. is het mantra en dat patroon kun je in een veel eleganter mentaal beeld duwen. (groene blad, blauwige stenen, rode schaar)

niemand wint
bovenste wint
onderste wint


Of zelfs cyclisch voorstellen:
niemand wint
binnenste wint
buitenste wint

Een kind dat spontaan cijfers is gaan gebruiken om de mogelijke keuzes (blad=1, steen=2, schaar=3) voor te stellen, komt dan ook snel tot volgende tabel:

A speelt
B speelt
A code
B code
verschil
[modulo3]
wie wint
Blad
Blad
1
1
0
0
= Niemand
Blad
Steen
1
2
-1
2
= A
Blad
Schaar
1
3
-2
1
= B
Steen
Blad
2
1
1
1
B
Steen
Steen
2
2
0
0
Niemand
Steen
Schaar
2
3
-1
2
A
Schaar
Blad
3
1
2
2
A
Schaar
Steen
3
2
1
1
B
Schaar
Schaar
3
3
0
0
Niemand

Een kind (dat vanzelf met 80% van dit denken aan komt zetten) niet vertellen dat iets als modulo rekenen bestaat… Haar niet geruststellen met de wetenschap dat (alhoewel haar moeder haar niet steeds begrijpt) dit denken ook een haalbare conclusie heeft… dat lijkt me dan onnodig wreed :)

Terechte trots en het gevoel iets zelf te hebben gemaakt straalt dan hieruit:


Dat is dus leren programmeren.  En wie hierbij nog denkt “Jeetje is het dat wat ze onze kinderen willen aandoen?” mag gerust zijn: “Dit is wat zij ons aandoen”.

Helaas hebben diezelfde mensen in dit artikel reeds afgehaakt ter hoogte van de  “oja en tot hier zo ongeveer” (ook al hebben ze, ondanks de framing toch open-minded, misschien doorgelezen)


Informaticalessen vandaag overstijgen met moeite het niveau van bureautica.  Toegegeven, dát lijkt me niet iets wat we tot in de lagere school moeten duwen.
Leren programmeren gaat over denkpatronen introduceren, over het opkrikken van het oplossingsvermogen, de uitbreiding van de hersens-gereedschapskist.  Dat mapt perfect op jonge, ontvankelijke en elastische hersentjes die ons nog wel vaker gaan doen versteld staan.

Als ze het niet vergeten zijn tegen dat het hun beurt is, gaan zij de zaak wel veranderen zeker?